Vrienden maken

Al eerder schreef ik het: de rondreizen vanuit Nederland waren niets voor mij. Teveel reistijd, teveel bus-uren, teveel zitvlees. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de chauffeur waar je al die dagen mee dient samen te werken. Reisleiders zijn over het algemeen nogal eigenwijze donderstenen, maar ook chauffeurs kunnen er wat van. Mensen met een gebruiksaanwijzing, zeg maar. Met andere woorden: twee van die eigenzinnige lui voorin zo’n touringcar is niet altijd goed voor je stressniveau. Maar soms…. tref je een chauffeur, waar het gewoon van begin tot eind beregezellig mee samenwerken is. Waar je de slappe lach mee krijgt. En die zelfs tijdens de grootste verkeersopstoppingen of ellenlange files rustig en positief blijft, zich niet laat opfokken en nog eens een rol koekjes door de bus laat gaan. Zo’n ervaring had ik met Nijmeegse chauffeur Antoine.

Antoine was sinds kort als touringcarchauffeur begonnen, en nog nooit in Italië geweest. Dat leek mij enigszins problematisch. Hij vond dat niet. Hij had er vooral heel veel zin in, en had zich goed voorbereid met een hele trits aan gidsjes en boekjes die naast en onder zijn stoel lagen. Ook qua route zou het volgens hem allemaal wel goed komen: hij had maar liefst twéé tomtoms bij zich, aan elke kant van het stuur één. Dat stelde mij niet gerust, vooral niet toen Antoine op een goede ochtend ‘Pisa’ op beide apparaten intoetste. De ene tomtom verwees ons naar de snelweg links, en de andere tomtom verwees ons naar de snelweg rechts. Antoine keek mij vervolgens stralend aan en zei “Maaike, het is vandaag jouw dag! Welke kant wil jij opgaan, links of rechts?”. Oh hemel…..

Maar natuurlijk kwamen we in Pisa aan. En daarna ook bij een olijvenboerderij voor de rustieke lunch, waar hij wel eerst de bus finaal klemreed tussen een veels te laag viaduct en een landweggetje. En vonden we nét voordat de benzine op was een tankstation, al moesten we er wel even enkele meters voor achteruit rijden op de snelweg. En uiteraard vond Antoine, als ik met de gasten op pad was, elke dag weer een supermarkt waar hij alles vond om zijn koelkastje mee te vullen. Elke soort frisdrank die je je maar voor kan stellen, een biertje, een flesje wijn: als er vraag naar was vanuit de bus, ging hij het meteen kopen. Hij deed alles voor de gasten. En niet alleen voor de gasten. De enige taal die hij sprak was Nijmeegs, dus ik liep vaak even mee om de vertaalslag te maken als we naar het kantoortje van een parkeerplaats gingen. En altijd bood hij de medewerker in kwestie wel een flesje water aan, of een koffieleutje, waar hij vele rollen van had meegenomen uit Nederland. Als Antoine in één ding wel niet heel erg goed was, dan was het wel vrienden maken.

En daar heb je geen gemeenschappelijke taal voor nodig, zo blijkt. Na een bezoek aan Rome (daar was hij ook nog nooit geweest, dus hij ging vrolijk mee de stad in) stond Pompeï op het programma. Aangezien het een warme dag was, de groep in handen was van een uitstekende lokale gids, en ik Pompeï al wel eens eerder had gezien, besloten Antoine en ik op een beschaduwd terras te gaan zitten en het er culinair eens prima van te nemen. Het was een drukte van belang op het terras, en er kwam al snel een Napolitaanse chauffeur bij ons zitten. De bistecca’s, spaghetti’s en gefrituurde groentes gingen er allemaal uitstekend in, en hoewel Antoine alleen maar Nijmeegs sprak, de chauffeur Napolitaans en ik erg mijn best moest doen voor een klein beetje algemeen beschaafd Italiaans, was de stemming aan onze tafel opperbest.

Met moeite wist ik mij na de lunch overeind te helpen om de gasten op te halen bij de uitgang van het archeologisch park. Samen liepen we naar de parkeerplaats, waar onze bus stond. Ik verwachtte Antoine bij de bus te zien, de motor al draaiende, de airco al aan. Maar niets ervan: de bus was op slot en er zat geen Antoine in. Ik liet de groep maar even bij de bus achter en begon de parkeerplaats over te lopen misschien stond Antoine ergens in de schaduw, of kwam hij er net aan? Ik vond en zag niets, tot ik opeens langs een Italiaanse touringcar liep en ik “Oehoe!” hoorde. Ik keek omhoog, de bus in. En daar, op de chauffeursstoel, en op de eerste bank vooraan, zaten de Napolitaanse chauffeur, en mijn Nijmeegse chauffeur, samen aan de espresso, mét koffieleutjes. Heerlijk onderuitgezakt, een grote lach op hun beider gezichten. Gezien het verpakkingsmateriaal van de leutjes, zaten ze er al een tijdje. Hoppa, wéér wat vrienden gemaakt.

2018-03-22T11:43:58+01:00 22 maart, 2018|Sweet Memories|

Geef een reactie