Rome als broedplaats, dankzij ene Caravaggio

Daar is hij dan: de langverwachte Graflegging van Caravaggio, helemaal vanuit het Vaticaan, eindelijk in hartje Utrecht te bewonderen. Zes jaar aan voorbereiden, soebatten en smeken en vooral praten als Brugman, en dan staat, of beter gezegd: hangt, er een tentoonstelling in het Centraal Museum waar je zonder twijfel u tegen kunt zeggen.

Caravaggio 2.0

Is er nog wel een goede reden voor opnieuw een tentoonstelling over Caravaggio, na de hausse aan Caravaggio-expo’s van de afgelopen jaren? Het is een vraag die senior conservator Liesbeth Helmus zich veelvuldig gesteld heeft. Aan de andere kant: een hele bups Caravaggio’s in één ruimte is natuurlijk nooit een verkeerd idee, wat de achterliggende idee ook is. Laten we eerlijk wezen. Maar toch: als museum en tentoonstellingsmaker wil je als het even kan natuurlijk wel graag iets toevoegen aan het kunsthistorisch debat. Voor het Centraal Museum is het dan ook een flinke zoektocht geweest naar de juiste invalshoek, al hadden zij de juiste ingrediënten al lang in huis. Namelijk een prachtige vaste collectie en een fikse berg kennis over de Utrechtse Caravaggisten, en het kunstzinnige klimaat aan het begin van de zeventiende eeuw.

Michelangelo Merisi, gen. Caravaggio, De mediterende Hiëronymus (c. 1605/1606), olieverf op doek, 145,5 x 101,5 cm
Museu de Montserrat, © Museu de Montserrat

Wonderlijke dingen

In navolging van fenomenale tentoonstellingen die het Centraal Museum de afgelopen jaren organiseerde over Utrechtse meesters, zoals Joachim Wtewael, Jan van Scorel en Hendrick ter Brugghen, werd het blijkbaar tijd om het beeld breder te trekken. Rome als internationale culturele broedplaats, waar van heinde en verre kunstenaars uit Europa naartoe trokken. Uit Italië zelf, uit Frankrijk, Spanje, maar ook De Nederlanden, en dan vooral: Utrecht. Dirck van Baburen, Gerard Honthorst en Hendrick ter Brugghen hadden elk al prachtige schildercarrières voor zichzelf opgebouwd, en kozen er begin zeventiende eeuw voor om richting Rome te reizen, op advies van kunstschrijver Karel van Mander, die schreef over ene Caravaggio, “die wonderlijke dingen doet”, wat gerust het grootste en mooiste understatement van de westerse kunstgeschiedenis mag worden genoemd.

Gerard van Honthorst, De koppelaarster, (1625), olieverf op paneel, 71 x 104 cm, Collectie Centraal Museum Utrecht / aankoop met steun van de Vereniging Rembrandt 1951, © Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz

Culturele melting pot

In Rome woonden, werkten, bestudeerden en discussieerden de Utrechters naast elkaar, te midden van een internationale gemeenschap van kunstenaars en handwerklui. Ze bestudeerden en kopieerden de werken van Caravaggio, die op dat moment, na het beroemde incident op de kaatsbaan, al niet meer in Rome was. En keerden na enkele jaren weer huiswaarts, niet als simpele kopiisten, maar als nog steeds volwassen, autonome kunstenaars die elk het zijne deed met de opgedane kennis over Caravaggio’s vernieuwende schilderstijl. Lichtdonkercontrasten, een enkele lichtbron, en vooral: het gebruik van gewone modellen. Van de straat, uit de kroeg, het bordeel of zo uit de werkplaats. Met vieze voeten, gerimpelde handen, bijziend, overbeet, scheel, you name it. En gaven daar hun eigen draai aan.

Hendrick ter Brugghen, De heilige Sebastiaan door Irene verzorgd (1625), olieverf op doek, 150,2 x 120 cm, © Allen Memorial Art Museum, Oberlin College, OH. R. T. Miller Jr. Fund, 1953.256

Caravaggisten, of niet?

Europa, Utrecht, Utrechtse Caravaggisten én een beetje Caravaggio. Het resulteert in de meest ambitieuze tentoonstelling die ooit in het Centraal Museum te zien was. In samenwerking met de Ate Pinakothek in München zijn zeventig werken samengebracht, waarvan ruim zestig bruiklenen. De Utrechtse Caravaggisten Gerard, Dirck en Hendrick vormen het middelpunt, en ze hangen naast tijdgenoten vanuit heel Europa. Ze schilderden onderwerpen zoals Christus tussen de schriftgeleerden, De doornenkroon, Heiligen, Kaartspelers en Vrolijke gezelschappen. Naast elkaar gehangen is geweldig te zien hoe iedere kunstenaar zijn eigen draai gaf aan de smaak van zijn tijd en Caravaggio’s vernieuwingen. Geen één kunstenaar blijkt louter een slappe kopieerder van deze wonderlijke schilder. Eenieder behield zijn eigen handschrift en toets, en integreerde elementen van Caravaggio’s kunst in zijn eigen werk, passend bij zijn eigen oeuvre. Dat resulteerde opmerkelijk genoeg wel in een homogeen palet van geel-, terracotta- en okertinten, die de gehele tentoonstelling doet baden in warm Italianiserend licht. Het vertoeven in deze mediterraanse gloed, en het vergelijken van al deze Europese kunstenaars is een geweldige ervaring. Het roept tegelijkertijd de vraag op of ‘Caravaggist’ wel zo’n goede benaming is.

Michelangelo Merisi, gen. Caravaggio, De graflegging van Christus  (1602-1603) olieverf op doek, 300 x 203 cm,
© Pinacoteca Vaticana, Vaticaanstad   

Maar aan de andere kant: er kan er maar één de ware meester zijn. Caravaggio’s Graflegging, speciaal vanuit het Vaticaan ingevlogen en slechts vier weken in Utrecht te zien, hangt tussen een Graflegging van Van Baburen en de Fransman Vouet. Niets ten nadele van zijn Europese collega’s, maar aiaiaiiii………… Michelangelo Merisi, genaamd ene Caravaggio, blijft op eenzame hoogte staan. Als een natuurkracht komt zijn ingenieuze compositie, getoonde emotie en intense kleurgebruik binnen. Een beetje Rome in Utrecht. Tentoonstelling op alle fronten dik geslaagd. Gaat dat zien.

Utrecht, Caravaggio en Europa is vanaf vandaag t/m 24 maart te zien in het Centraal Museum te Utrecht. Kijk hier voor meer info en tickets: https://www.centraalmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/utrecht-caravaggio-en-europa

Uitgelichte afbeelding: Dirck van Baburen (1595 – 1624), Christus en de schriftgeleerden (ca. 1618), olieverf op doek, 135 x 202 cm, © Museo della Venerabile Arciconfraternita della Misericordia, Florence

2020-05-22T17:42:53+02:00 16 december, 2018|Tentoonstellingen|

Geef een reactie