Leading Ladies uit het barokke Italië. MSK te Gent zet acht vrouwelijke schilders in het zonnetje.

Dat dames in de kunstwereld, als artiest, verzamelaar of wetenschapper, steeds meer in de belangstelling staan of op de voorgrond treden, mag duidelijk zijn. Niet eerder waren er zoveel vrouwelijke directeurs van musea, in binnen- en buitenland worden aan de lopende band succesvolle tentoonstellingen georganiseerd rondom vrouwelijke kunstenaars, en steeds vaker blijkt de niet te onderschatten rol van vrouwelijke kunstenaars in de canon van de kunstgeschiedenis (denk aan Barones Elsa von Freytag-Loringhoven en haar ‘Fountain’ uit 1917).

Die belangstelling is ook duidelijk voelbaar in de hal van het Museum voor Schone Kunsten (MSK) te Gent, waar zaterdag 20 oktober een tentoonstelling opent over vrouwelijke Italiaanse kunstenaars uit de 16de en 17de eeuw. Deze ochtend is de preview voor de pers, en men staat gewoon te popelen. Dat zorgt voor enige spanning bij de persdame, die al die overenthousiaste journalisten niet in het gareel kan houden: er zijn er al minstens acht langs het VIP-lintje geglipt, de tentoonstellingsruimte in. De rest wordt vooral gemaand eerst nog een koffietje te drinken, we worden zo dadelijk opgehaald.

Wat had het MSK graag een gehele expo aan Artemisia Gentileschi (1593-ca 1656), wereldberoemd schilder én #metoo-voorvechtster avant la lettre, gewijd. Een aantal jaar geleden ontstond het idee in Gent voor een tentoonstelling van deze leerling van Agostino Tassi, die uiteindelijk uitgroeide tot een van de beroemdste en kwalitatief sterkste Caravaggisten uit de 17de eeuw. Helaas gooiden het Palazzo Reale in Milaan (2012) en het Palazzo Braschi te Rome (2016) roet in het eten: zij organiseerden al eerder grootse overzichtstentoonstellingen.
Daarop werd er verder gebrainstormd, en werd bewust de keus gemaakt om vast te houden aan de periode van de 16de en 17de eeuw. Het museum wil zich in toekomstige activiteiten meer richten op de oude beeldende kunsten. Dat de tentoonstellingen om vrouwen moest draaien, was een tweede besluit. Vrouwen kregen al eerder een podium in het MSK, en men wil die trend graag voortzetten.

Artemisia Gentileschi, Maria Magdalena, 1616-1618, Gallerie degli Uffizi, Firenze

Dat resulteert uiteindelijk in acht ‘dappere en stoutmoedige’ vrouwen, zoals de zwaargewichten Artemisia Gentileschi en Sofonisba Anguissola, maar ook de nog wat onbekendere namen als Giovanna Garzoni en Virginia Vezzi. Allen actief van 1550 tot 1680, in een Italië waarin het culturele klimaat onder invloed van het Concilie van Trente en de Contrareformatie aan verandering onderhevig was. Een gedurfd uitgangspunt, want het MSK bezit geen enkel werk van de acht gekozen kunstenaars. Wat volgde was het aanschrijven van verschillende musea en verzamelaars. “Toen drie jaar geleden de brief binnenkwam van de Uffizi, met de toezegging dat we een Gentileschi mochten lenen, gingen de vuisten toch wel even de lucht in. Holy shit, het is gelukt! Nu konden we definitief verder”, vertelt curator Valentine de Beir. In het najaar van 2017 vroeg zij Francesco Solinas, maître de conférences  van het Collège de France, en Alain Tapié, ere-hoofdconservator van de Musées de France om mee te werken aan deze bijzondere tentoonstelling. Naast de Uffizi uit Florence, zijn er ook bruiklenen uit de Galleria Borghese (Rome), de Galleria Palatine (Florence) en de Gemäldegalerie (Berlijn) te zien.

De Beir en haar collega’s kozen heel bewust voor de barok in de Italiaanse kunst als uitgangspunt van de tentoonstelling. De ondertitel mag dan wel ‘Vrouwelijke schilders in het Italië van de 16de en 17de eeuw’ zijn; de nadruk ligt bovenal op die 16de en 7de eeuw, niet op het vrouwelijke. “We willen niet dat bezoekers komen kijken, enkel en alleen omdat de kunstenaars vrouwen zijn”, volgens communicatie-medewerker Bart Ooghe. “Natuurlijk speelt dat ook een rol, maar we willen vooral laten zien hoe zij een heel eigen, en kwalitatief hoogstaand handschrift creëerden in een tijd waarin er vanuit de kerk een nieuw idioom verwacht werd van kunstenaars”.

Fede Galizia, Judith met het hoofd van Holofernes, 1596, Galeria Borghese, Rome.

Juist in deze periode, van Contrareformatie en transitie, vonden kunstenaars als Lavinia Fontana, Orsola Maddalena Caccia en Fede Galizia een manier om, in een van oorsprong door mannen gedomineerde wereld, een geheel eigen weg te vinden te midden van traditionele onderwerpen als portretten en stillevens. Ze waagden zich daarnaast langzaam aan mythologische en religieuze scenes, en voegden daar een verfrissende en heldere natuurlijkheid aan toe. En dat sloeg aan. De acht getoonde kunstenaars verkeerden tijdens hun carrières in de hoogste kringen van de samenleving. Ze waren kind aan huis bij pausen, kardinalen en adellijke lui, en voerden vele opdrachten voor hen uit. Vrouw of geen vrouw: het geleverde werk werd gewaardeerd, besteld en er werd goed voor betaald.

Toch is daar jarenlang, zo niet eeuwenlang, overheen gekeken. Jubelde teksten van oer-kunsthistoricus Giorgio Vasari ten spijt, verschoof de aandacht al snel naar tijdgenoten zoals Michelangelo, Caravaggio en Annibale Carracci. Ook werden werken van vrouwelijke kunstenaars veelvuldig toegeschreven aan mannelijke tijdgenoten. De Beir laat weten dat veel uitgeleende werken regelrecht uit depots komen, en nog niet eerder aan het grote publiek werden getoond. Ook dat is een van de redenen voor het museum om deze tentoonstelling te maken: te laten zien hoeveel onbekend fraais er nog is.

Orsolo Maddalena Caccia, Boeket bloemen in een witte vaas, ca. 1626-1630, Museo Civico, Comune di Moncalvo.

Sommige schilderijen werden speciaal voor deze expo gerestaureerd. Anderen werden hups, vanuit hun kelderpositie, aan de muur gehangen.  De verschillen zijn ontstellend. Het ene paneel is donker en mat, zijn buurman daarentegen straalt je tegemoet in de rijkste en felste kleuren. Tja, zo aanstekelijk of aantrekkelijk zijn de niet-gepoetste panelen inderdaad niet; je loopt er zo aan voorbij. In de zaal gewijd aan Fede Galizia (1578-1630), een begenadigd stilleven-kunstenaar uit Milaan, hangen enkele kleine fruitstillevens naast elkaar. Op het ene werk zien de gele perzikjes er meer dan sappig en smakelijk uit, op het andere liggen de trosjes druiven er maar droevig bij. Compositie-technisch doen ze echter niet voor elkaar onder, en ook de verschillende texturen, van koel glanzend keramiek, tot fluweelzachte perzikhuiden, zijn tot in de puntjes weergegeven.

Portretten en stillevens: het zijn de onderwerpen die in de tijd van hoog renaissance, manierisme en barok passend werden geacht voor dames achter een schildersezel. Op vernuftige wijze gingen Anguissola en haar tijdgenoten hiermee aan de slag: veelvuldig schilderden zij (zelf)portretten, van zichzelf, adellijke dames, familieleden, en verdrongen zij het stilleven naar de marge, louter als detail in de kleding en stoffering nog zichtbaar. Anguissola en Gentileschi doen in hun zelfportretten qua zelfbewustzijn niet onder voor tijdgenoten als Rembrandt.

Artemisia Gentileschi, Zelfportret, 1637 Gallerie Nazionali d’Arte Antica di Roma

 

Sofonisba Anguissola, Zelfportret, ca. 1556 Castle-Museum in Łańcut, Polen

Daarnaast schilderden deze vrouwen steeds meer religieuze thema’s, met vooral vrouwelijke heiligen als, Maria Magdalena en Maria, maar natuurlijk ook de stoutmoedige Judith, die veelvuldig voorkomt in deze tentoonstelling. De ene keer met het hoofd van Holofernes al in de hand, de andere keer nog nadenkend over de gedurfde handeling die zij van plan is te gaan uitvoeren. Er is zelfs ruimte voor een mythologische heldin, en een naakte nog wel. De invloed van Caravaggio’s naturalisme en fikse lichtdonkercontrast is overal goed zichtbaar, en voegt net dat vleugje drama toe aan de over het algemeen ingetogen schilderijen.  De kwaliteit van de werken wisselt nogal eens, een bewuste keuze van de curatoren. Zo ontstaat een doorsnede aan onderwerpen, formaten én kwaliteit. Omdat iedere periode, of ieder oeuvre, van welke kunstenaar dan ook, ook altijd hoogte- en dieptepunten kent. Alles bij elkaar opgeteld maakt dat van deze expo in ieder geval een absoluut hoogtepunt. Het was het wachten met dat koffietje in ieder geval zeker waard.

“De dames van de barok. Vrouwelijke schilders in het Italië van de 16de en 17de eeuw” is van 20 oktober 2018 t/m 20 januari 2019 te zien in het Museum van Schone Kunsten te Gent. Zie ook: https://www.mskgent.be/nl/tentoonstellingen/de-dames-van-de-barok

Uitgelichte afbeelding: Sofonisba Anguissola, Schaakspel, 1555, Foundation Raczynski, Nationaal Museum, Poznan.

2020-05-22T17:30:37+02:00 18 oktober, 2018|Tentoonstellingen|

Geef een reactie