Als ik vanuit mijn Haagse appartementje naar buiten kijk, is mijn balkon al helemaal bedekt door de vers gevallen sneeuw. Het is winterweer; op en top kerstsfeer. Het is goed vertoeven in Den Haag in deze tijd van het jaar, al krijg ik er ook heimwee van naar Turijn. Daar verbleef ik voor een heel kort winters weekendje, aan het einde van een verblijf van drie maanden in Italië. Het zou mijn laatste weekend van deze lange reis worden, en ik besloot het er voor deze laatste keer eens goed van te nemen, na tig kamers van krakkemikkige matrassen, dunne dekens, stoelen die niet gemaakt waren met het oog op comfortabel zitten en douches die na vijf minuten al geen warm water meer hadden. Dat werd dus een vier sterren-hotel, in hartje Turijn.
Niet dat ik nou veel onderzoek had gedaan hoor. Het was slechts en kwestie van booking.com openen, en het allereerste hotel dat voorbijkwam zag er zó veel beter uit dan al die plekken waar ik tot dan toe was geweest, dat ik geen seconde aarzelde en mijn laatste spaarcenten uitgaf en een kamer boekte. Een kamer met een regendouche, een driepersoons bed, dikke matrassen, acht kussens en twee dekbedovertrekken en een flatscreen tegenover mijn bed. O ja, en ramen met dubbele beglazing en uitzicht op een prachtig versierde binnenplaats! Een hotel-restaurant met alleen maar slowfood en serieuze obers met asymmetrisch haar, en op loopafstand de mooiste winkels en tig barokke koffiebarretjes. Hé-mels.
Zaterdagochtend bevond ik mij dan ook in café Bicerin, op een oude krappe bank aan een nog ouder scheef tafeltje. Café Bicerin, een pietsje verwijderd uit het centrum, is de geboorteplaats van de ware Turijnse koffie: de Bicerin. Natuurlijk wilde ik die wel eens proeven, en daarom besloot ik de dag in dit café te beginnen, zittend tegenover en naast een mengelmoes van verdwaalde toeristen en krantlezende locals. De serveerster was zo vriendelijk om mij te vertellen dat er momenteel fantastische tentoonstellingen gaande waren in Turijn: waren over Claude Monet, Italiaanse pointillisten én dat er vandaag een speciale Matisse-tentoonstelling zou worden geopend. Een ietwat verfrommelde grijze heer keek op van zijn zaterdagkrant en vertelde dat deze expositie vijf sterren van de culturele redactie kreeg. En voor dat ik het wist lag de zaterdageditie opengesperd op mijn schuin aflopende tafelblad. Ik zag een artikel vol kleurenfoto’s, prachtige schilderijen en een lovende recensie. Op dat moment wist ik absoluut zeker dat ik vanmiddag níet de trein terug naar Milaan wilde pakken. Torino non basta un giorno!
En daar kwam de serveerster terug met die ene specialiteit: een koffie Bicerin: in een hoog glas een fikse laag chocolade (en dan niet van die dunne zoete melkerige troep, maar echte dikke bittere chocolade), daaroverheen geklopte romige melk en erdoorheen een scheut espresso. Onmiddellijk riep de grijze heer van de overkant: “Niet roeren!! Dat mag niet! Lepeltje recht erin, een keer draaien om de chocolade los te maken en dan drinken!” Dus dat deed ik, en daarop volgde de sensatie van de koude melk aan je lippen waar vervolgens de warme scherpe espresso en de bittere en tegelijkertijd zoete chocolade doorheen komt. En het was de combinatie van het vooruitzicht een mooie Matisse-tentoonstelling te gaan zien, met de wonderlijke smaak van de bicerin die maakte dat ik even héél, héél erg gelukkig in Turijn zat te wezen.
-Cafe al Bicerin, Piazza della Consolato 5. https://bicerin.it/
-NH Collection Hotel Torino, Piazza Carlo Emanuele II 15, https://www.nh-collection.com/nl/hotel/nh-collection-torino-piazza-carlina.
Geef een reactie