Een besluit

Twee jaar geleden, of eigenlijk bijna drie, besloot ik mijn leven als zelfstandige zonder personeel vaarwel te zeggen. Toen ik in 2007 zzp’er werd, bestond dat woord nog niet eens en was een ‘freelancer’ over het algemeen een eigenzinnig, eigenwijs type dat volledig zijn eigen plan trok en niet kon gedijen in een omgeving met een baas boven zich. Ik dacht er eigenlijk niet zo over na. Ik wilde lesgeven en reisleideren in Italië, en dan kon als freelancer. Nou oké, dan doen we dat. Geen idee wat het nou werkelijk inhield.  

Maar in de tien jaar dat ik zzp-erde, veranderde er veel. Meer en meer zzp’ers overspoelden de markt, ook de culturele markt. Omdat ze verlangden naar de vrijheid van het eigen ondernemerschap. Omdat ze hun passie wilden volgen. Of soms ook omdat ze niet anders konden, aangezien er maar geen vast contract kwam, of omdat ze boventallig werden verklaard. Zzp’er zijn is volkomen normaal geworden, al blijft het voor sommige mensen een gedwongen keuze.  

Mycene, zicht op de Myceense burcht, foto gemaakt tijdens de laatste reis die ik als reisleider begeleidde

Maar voor mij was de koek echt op. Er wordt mij nog vaak gevraagd naar de redenen waarom ik wilde stoppen, en sterker nog: ik vraag het mijzelf ook nog heel vaak af. Want dik 10 jaar een beroep uitoefenen, dat vormt je, als mens. Dat bepaalt voor lange tijd wie en wat je bent. En nog altijd vind ik het best een opgave om de redenen in mijn hoofd de revue te laten passeren, of zelfs ze hardop uit te spreken. Want oooh, want vond iedereen mijn beroep ge-wel-dig. En ikzelf lange tijd ook.  

Ik besloot om te stoppen als zzp’er omdat ik juist weer verlangde naar vastigheid. Naar op één dag per maand een vast salaris ontvangen. En niet meer steeds opnieuw opdrachten zoeken. Na de kortstondige blijdschap als ik een opdracht binnenhaalde, kwamen al snel weer de zenuwen, want dan begon de hele zoektocht weer opnieuw. En ik was het spuugzat dat opdrachtgevers niet fatsoenlijk wilden betalen voor goede diensten. Ik was een van de besten in mijn vak, maar als ik na jaren trouwe geleverde diensten eens over hogere vergoedingen begon te praten was het heel vaak: voor jou zo tien anderen. Daar komt nog bij: na 10 jaar zag ik totaal geen uitdaging meer in het werk dat ik deed. De essentie van de Renaissance, die verandert in grote lijnen echt niet meer. En Claude Monet’s Impression. Soleil levant is ook nog stééds de naamgever van het Impressionisme.  

Nog een belangrijke factor: ik werd eenzaam, zo zonder collega’s. In de maanden dat er geen cursussen of reizen waren, zoals januari of augustus, zat ik werkdagen lang in mij eentje achter mijn laptop PowerPoints voor het nieuwe seizoen in elkaar te draaien. Aan het einde van zo’n week ging ik tegen het plafond op van eenzaamheid. En vergis je niet: je kunt nog zo’n vrolijk mensen in je reisgroep hebben, of cursisten die er echt zin in hebben, maar aan het einde van de dag ben je niet mét hen aan het werk,  maar vóór hen. Je levert een dienst, het zijn niet je collega’s of vrienden. Zij zijn op vakantie of bezig met de uitoefening van hun hobby, jij bent aan het werk. Aan het einde van de dag, ben en blijf je alleen. Ook al ben je omringd door mensen.  

Daar komt nog bij, en dit is een hele moeilijke, maar openhartige ontboezeming, dat ik genoeg begon te krijgen van de mensen die ik als docent en reisleider steeds tegenover mij had. Dat waren namelijk geen leeftijdsgenoten, maar twee of drie generaties boven mij. Mensen met absurd hoge verwachtingen en eisen. Met verhalen over leeftijdsfasen en de gebeurtenissen die daarbij horen, die in mijn leven hopelijk nog heel lang op zich laten wachten. Ik kon daar op een gegeven moment niet meer mee omgaan. Het kwam te dichtbij, het zoog alle energie uit mijn lijf en geest. Het werk werd daardoor te zwaar.  

Ik werd zzp’er zonder er een moment helder over na te denken. Na mijn afstuderen werkte ik drie jaar op een callcenter, en op een goeie dag was het óf opzeggen, óf de telefoon door het raam smijten. De keuze was snel gemaakt; ik wilde iets doen met mijn vak, kunstgeschiedenis, en besloot dat ik van die avondcursus die ik wel eens gaf, mijn broodwinning zou maken.  

En dat lukte. Dat lukte zonder dat ik er ook maar een beetje moeite voor hoefde te doen. Binnen twee maanden had ik bij de Academie waar ik al les gaf vier cursussen in plaats van één. Werd ik aangenomen als reisleider. Vond ik een andere school waar ze een docent kunstgeschiedenis zochten. Voor ik het wist was de week volgepland met opdrachten. Zaten de maanden vol. Zat het jaar vol. Het lukte gewoon. Ik was zpp’er in de culturele wereld. Pats. Klaar. 

En ik wás die zzp’er. Mijn werk, dat was ík. Ik was die kunstgeschiedenis en –museumdocent die in alle musea in de Randstad rondleidingen gaf en tentoonstellingen bezocht. Die de nieuwste catalogi doorlas. Die minimaal tien weken per jaar in Italië doorbracht, en na drie weken Toscane toch wel érg naar Venetië of Rome begon te verlangen. En als ik niet aan het werk was, dan praatte ik ook alleen maar voor mijn gevoel over die ge-wel-di-ge kanten van mijn werk. Want iets anders, dat had ik niet.  

Ik werkte onregelmatig, in de avonduren en vaak ook in de weekenden. Vrijdagavond was standaard PowerPoint-bestudering-en-nieuwe-les-voorbereiden-avond. Tussen dinsdagmiddag en dinsdagavond zwierf ik maar wat door Rotterdam, omdat ik een groep om 14.00 had en een om 20.00. Als mijn vrienden vrij waren, was ik dat niet. Tijd voor sportclubs had ik ook niet, want ik was toch niet elke week thuis. En ik durfde ook geen geld aan vakanties uit te geven, wie garandeerde mij dat ik in de toekomst nog genoeg werk zou hebben?
Dat vertelde ik mijzelf, althans.
En zo bleef mijn enige echte gespreksstof, werk.  

En na tien jaar was de koek op. En ook echt, op. Het onbehagen voelde ik al langer. Situaties begonnen herkenbaar te worden, ik raakte sneller geïrriteerd door bepaalde vragen en de straten van Assisi waren niet langer aantrekkelijk. In de eerste instantie kon ik het niet onder woorden brengen, dat gevoel van onbehagen. Iets klopte er niet meer, ergens voelde het leven dat ik leidde niet meer als míjn leven, als een leven waar ik mij thuis in voelde. Ik voelde mij met de dag eenzamer, stuurlozer, zonder doel. Alsof ik heel hard aan het rennen was, maar geen meter vooruitkwam en niemand tegenkwam die mij verder hielp. Als ik in de spiegel keek, zag ik iemand die ik langzamerhand niet meer herkende. Of beter gezegd, ik herkende die persoon wel, maar uit het verleden. Ik was het niet meer. En wie die persoon die ik zag dan wel was….geen idee. Ergens voelde ik wel dat ik mijzelf opnieuw moest uitvinden. Maar dat proces…..oeiii, daar was ik lange tijd gewoon te bang voor. 
Maar uiteindelijk ben ik toch aan boord gegaan. Ben ik gestopt. En ben ik het proces van zoeken gestart, zoeken naar wat ik wil, wie ik ben, en nieuw en uitdagend werk. 

En ik kan je vertellen…..dat proces gaat nog altijd voort.
Maar dat is misschien ook wel goed. Zo kom ik elke dag weer een stapje dichter bij wie ik werkelijk ben, en wat ik uiteindelijk wil.

2018-10-21T20:32:40+02:00 28 september, 2018|Sweet Memories|

Geef een reactie