De Wandelaars van de Ronde Tafel

Reisleideren. Dat betekende de logistiek doen, en (culturele) informatie geven. Soms voelde dat, afhankelijk van de groep, alsof je het werk deed van twee fulltimers. Daar was jarenlang overigens niks mis mee. Totdat het voor mij persoonlijk te zwaar werd.  

Daarom waren de Groene Cultuurreizen, waar ik op een gegeven moment voor gevraagd werd, in Umbrië ook zo fantastisch: ik hoefde het werk niet alleen te doen, want er ging een tweede reisleider mee. Touroperator TBC bezuinigde niet op de kosten, en stelde een eigen tourleader aan die de logistiek verzorgde en de wandelingen voor zijn of haar rekening nam. Namens onderwijsinstelling BE mocht ik mee als gids. Van twee kapiteins op één schip was geen sprake, want we maakten voorafgaande aan de reis goede afspraken. Hotels, etenstijden en dagindelingen waren het pakkie an van de TBC-tourleader, en ik zou alleen maar ‘aan gaan’ als er een kerk in zicht kwam.  

 

Overzichtelijker kon het niet worden. Zelden heb ik zo ontspannen in de bus gezeten. Louter vragen krijgen over fresco’s, middeleeuwse heiligen en Romaanse kerken. En niks geen tijden die herhaald moeten worden, vragen over welke schoenen er aan moeten, en of een paraplu of Hema-poncho meenemen, een goed idee is. Ik kon mij volledig concentreren op de inhoud van de culturele kant van de reis. Soms had ik zelfs een halve dag vrij, als de groep flinke wandelingen ging maken. Wandelingen maken met voor mij relatief onbekende lui: daaraan wenste ik absoluut niet deel te nemen. Ik bleef liever bij het hotel. Want Touroperator TBC had een goede neus voor geweldige hotellocaties, die beduidend beter waren dan de standaard driesterrenhotels van touroperator ABC. 

Zo had ‘Countryhouse 3 Esse’, op 20 minuutjes lopen van het oude centrum van Assisi, een enorme olijvenboomgaard, een zwembad, ligbedjes en een terras met uitzicht over het dal van Spoleto en de Santa Maria degli Angeli. Fikse wandelingen en pittige afdalingen: niets voor mij, als het zonnetje ook schijnt en er plek zat is aan het zwembad, de cola zero koud staat en de zwaluwtjes overvliegen. Vooruit: de kamers waren niet bepaald briljant, want gelegen in omgebouwde stenen schuurtjes en dus zo klam en vochtig als het maar kan. Maar wat maakt het uit als er ’s avonds honderden vuurvliegjes tussen de bomen vliegen en er een nachtegaal zingt?  

 

De San Pietro in Valle was ook al zo’n pareltje. Een verlaten klooster, hoog in de heuvels, omringd door bossen en opgekocht door cultuurliefhebbers en omgebouwd tot hotel. De aansluitende kerk is nog helemaal intact, en de 12de-eeuwse fresco’s aan de binnenkant kunnen nog bewonderd worden, net als het Longobardische altaar en grafmonument. De hotelkamers zijn allemaal vernoemd naar broeders, en er is een prachtige binnenplaats met bassins en schildpadden, ligstoelen en ‘s avonds het geroep van uilen en adelaars. Een beter ontbijt heb ik nooit gezien en genoten: vers fruit, taarten en croissants, gekookte eitjes, toast en versgeperste sappen. 

 

 

 

 

En zo werd een groene cultuurreis niet alleen gevuld met groen en cultuur, maar ook met relaxen en culinaire hoogtepunten. Soms denk ik dat ‘De Groene Smakelijke Cultuurreis’ de lading beter had gedekt. Want Umbrië nodigt natuurlijk sowieso al uit tot uitgebreid en uitstekend lunchen en dineren, maar als er dan ook daadwerkelijk tijd voor is, en men na een fikse wandeling wel wat op kan, is het helemaal feest. Assisi biedt een overvloed aan culinaire mogelijkheden, en het was steeds weer wikken en wegen. Op chique, vlak naast de Santa Maria sopra Minerva, voor pasta met truffelsaus en lamsboutjes? Of toch richting de Santa Chiara, voor tig soorten pizza om uit te kiezen, en de sappigste meloen en de hartigste prosciutto als voorgerecht? Het kon allemaal, maar als eerste avondmaal kozen de tourleader en ik altijd weer voor Il Menestrello. Vanwege de Ronde Tafel. 

 

Gelegen in een steegje vlakbij het stadhuis en Archeologisch museum, daal je een kleine trap af en sta je in een middeleeuws palazzo met bakstenen muren en stenen vloeren. Hier en daar zijn onder een glazen plaat de Romeinse fundamenten nog te zien, en ook de meubels werken mee aan een middeleeuwse sfeer. Het restaurant bestaat uit verschillende kleine ruimtes, met elk slechts een paar tafels. Er is een ruimte waarin slechts één tafel staat. Een grote ronde, waar max 15 personen aan kunnen zitten. Er hangt een joekel van een kroonluchter boven, in de vorm van een oud houten wiel met kaarsen. We zitten er altijd. En eten er de zalige Antipasto Menestrello (voor 2, maar eigenlijk beter voor 3, wát een hoeveelheid!), courgettebloemen gevuld met ricotta, tortiglioni met asperges en de knapperigste baconstukjes, de zaligste pizza’s, en de best gekruide worstjes ever. Als ware Ridders en Wandelaars van de Ronde Umbrische Tafel.  

Zie ook:
http://www.ristorantepizzeriailmenestrello.it/
http://www.sanpietroinvalle.com/
http://www.countryhousetreesse.com/

© Photo credit Il Menestrello:  van Menestrello zelf. Overige: Maaike Raduzzi 
2018-07-06T19:06:12+02:00 6 juli, 2018|Mangiare, Sweet Memories|

Geef een reactie